Naam:
Vleermuisopvang Noord-Holland
RSIN:
8514 66 102
Contact gegevens en bestuurssamenstelling:
Voorzitter: Petra Vlaming, Cereskade 38, 9503 GC Stadskanaal, 0616340740
Secretaris: Carina Oosterhuis, Omloop 18ZA, 1871 AR, Schoorl, 072-5898455
Het beleidsplan:
zie hier onder (activiteiten plan)
Beloningsbeleid:
Alle 10 medewerkers van de vleermuisopvang doen dit geheel vrijwillig.
Doelstelling:
De Stichting heeft ten doel:
- Het beheren van een opvangcentrum met doel on de beschermede en inheemse dieren die door ziekte, verwonding of verwezing, door direct of indirect menselijk handelen of nalaten tijdelijk niet zelfstandig in de vrijde natuur kunnen overleven, tijdelijk op te vangen, te verzorgen en te revalideren.
- De opvang is gericht op een zo spoedig mogelijk terugkeer van de dieren naar de natuur. Daarbij wordt zoveel mogelijk voorkomen dat dieren onnodige stress ervaren of letsel oplopen.
- De opvang is zodanig dat een dier zoveel mogelijk zijn soorteigen gedrag kan blijven vertonen na terugkeer naar de natuur.
- Het opvangcentrum geeft waar mogelijk voorlichting over de wilde flora en fauna en draagt actief uit, in het bijzonder aan personen die een dier ter opvang aanbrengen, dat de wilde inheemse flora en fauna en de natuurlijk processen die daarbij horen, niet verstoord mogen worden.
- Het verrichtten van al hetgeen met de vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
Verslag uitgeoefend activiteiten:
8 maart 2012 is Stichting Vleermuisopvang opgericht.
De stichting heeft een vergunning van het Ministerie om vleermuizen te mogen vangen en verzorgen.
In 2012 zijn er 159 vleermuizen aangeboden of opgehaald. Dat waren 1 baardvleermuis, 1 rosse vleermuis, 3 meervleermuizen, 17 laatvliegers, 49 ruige dwergvleermuizen en 88 gewone dwergvleermuizen.
Daarnaast zijn er diverse meldingen geweest van vleermuizen die in huis zaten of onder het dak woonden. In de meeste gevallen ging het om gezonde vleermuizen en kon de ‘klacht’ telefonisch afgehandeld worden.
Voor opgevangen dieren opvolgende jaren: zie pagina jaaroverzichten.
Activiteitenplan Stichting Vleermuisopvang NH
1. Namen en adressen opvanglocaties.
1a..Beheerders/dierverzorgers:
Petra Vlaming Carina Oosterhuis
Cereskade 38 Omloop 18 ZA
9503 GC Stadskanaal 1871 AR Schoorl
Groningen Noord-Holland
Geb. 28-06-1967 geb. 05-10-1958
1b. Gemachtigden/dierverzorgers:
Floor van der Vliet Jan Boshamer
Bilderdijkstraat 163-1 Vogelzand 42-50
1053 KP Amsterdam 1788 MP Den Helder
Noord-Holland Noord-Holland
Manda & Alke de Jong Lydia Dammers Daan van der Elsken
Nuhout van de Veenweg 18 Almelostraat 33 Oorgat 74
1901 RE Castricum 1324 ES Almere 1135 CT Edam
Noord-Holland Flevoland Noord-Holland
Anja Sjoerdsma Zomer Bruijn
de Stelling 13 Nieuwstraat 23
9774 RB Adorp 3811 JX Amersfoort
Groningen Utrecht
Wieneke Huls
Fazantenkamp 794
3607 EA Maarssen
Utrecht
2. Opvanglocaties zie adressen hier boven.
2a. Financieel jaarverslag.
Op verzoek worden u de financieel jaarverslagen in PDF-bestand per omgaande toegezonden.
3. Activiteiten en werkzaamheden:
3a. activiteit en doel in het kort.
Het vangen en bemachtigen, vervoeren en verzorgen van zieke en gewonde vleermuizen (Chiroptera). Met als doel deze dieren weer, in goede conditie, in de vrije natuur los te laten.
Het werkgebied is geheel Noord-Holland en in de (nabije) omgeving van Almere.
3b. Bemachtiging vleermuizen.
Deze vleermuizen kunnen via de vinder zelf worden gebracht of worden opgehaald door de bovengenoemde personen. Ook kan dit via de dierenambulances in de desbetreffende omgeving gebeuren.
3c. Administratie.
Alle vleermuizen die in een opvang aanwezig zijn, zitten apart van elkaar. Zo kunnen de individuen goed uit elkaar worden gehouden en kunnen alle relevante gegevens bij de juiste vleermuis gehouden worden. Relevante gegevens zijn bijvoorbeeld vindplaats, adresgegevens vinder, soort, geslacht, mogelijk letsel, oorzaak mogelijk letsel, behandeling, resultaten, bevindingen en of er contact geweest is met vleermuis, vinder of huisdier van vinder.
In de eerste week van elk nieuw jaar worden alle gegevens van alle opgevangen vleermuizen in een schema verwerkt en aan het ministerie van E, L en I gezonden.
3d. Euthanasie.
In geval van noodzakelijke euthanasie wordt hulp van een dierenarts ingeroepen; dode dieren worden opgestuurd voor onderzoek naar Lelystad (van rabiës verdachte dieren, spoedonderzoek) of Utrecht (via koerier, minder spoedeisend onderzoek).
Centraal Veterinair Instituut Dutch Wildlife Healthcentre
Afd. DSU- rabiës Utrecht
Houtribweg 39 030-2537925
8221 RA Lelystad
3e. Blijvend invalide vleermuizen.
De aanwezige vleermuizen op een opvangadres hebben als vooruitzicht de vrije natuur. Gehandicapte vleermuizen die nooit meer vrij kunnen, worden niet de resterende tijd van hun leven op de opvangadressen gehouden, maar na zorgvuldige beoordeling geëuthanaseerd en opgestuurd voor nader onderzoek.
3f. Verzorging en huisvesting.
Zieke en gewonde vleermuizen worden door de dierverzorgers op een juiste wijze verzorgd, met in acht neming van de intrinsieke waarden van de dieren, maar ook zodanig dat mogelijk letsel niet kan verergeren of de opgevangen dieren in gevaar kunnen komen. Ook worden ze gehouden op een voor de dierverzorger zelf zo veilig mogelijke manier om eventuele besmetting met rabiës of ander ziektes en parasieten te voorkomen.
Bezoek is niet toegestaan om met zieke vleermuizen in aanraking te komen.
De vleermuizen worden zodanig gehouden en verzorgd dat de herstellende dieren elkaar niet kunnen infecteren.
3g. Openingstijden opvangadressen.
Op welk tijdstip en hoeveel vleermuizen er worden opgevangen is meestal afhankelijk van de weersomstandigheden en de natuurlijke levenswijze van deze dieren. Na de geboorteperiode zullen er relatief meer juveniele dieren worden aangeboden, omdat dit nog onervaren dieren zijn en wat moeite hebben met genoeg voedsel vinden.
De binnengebrachte dieren hebben wel zo spoedig mogelijk vocht en voedsel nodig en de dierverzorgers zijn dit ook verplicht om zo snel mogelijk te geven. Aantallen opgevangen vleermuizen en de tijdstippen waarop dit gebeurt is niet een kwestie van “8 tot 17 uur” maar gaat 24 uur door.
3h. In vrijheidstelling.
De herstelde vleermuizen worden op een voor hen geschikte plaats en tijd weer losgelaten op locaties waar de soort van nature ook al voorkomt, of als het mogelijk is, in de nabije omgeving van de vindplaats.
4. Doel en belang activiteiten:
Als doel heeft de vleermuizenopvang NH om zieke en gewonde vleermuizen op te vangen, te verzorgen en weer vrij te laten.
Het belang van de vleermuizenopvang NH is een mogelijkheid bieden aan vinders van zieke en gewonde vleermuizen deze dieren bij deskundige dierverzorgers te kunnen afleveren.
Het belang voor de aangeleverde vleermuizen is het hen geven van een mogelijkheid tot weer verder leven in de vrije natuur.
Tevens is het geven van uitleg en informatie aan de vinders een heel belangrijk onderdeel. Er bestaan veel enge, spannende en onware verhalen over vleermuizen. Door educatie en informatieverschaffing wordt het idee dat mensen over deze dieren hebben in een positief beeld omgezet.
5. Kwalificaties:
De beheerders zijn gediplomeerd dierverzorger/verpleger. De beheerders en de gemachtigden hebben allen een jarenlange ervaring op het gebied van opvang, verzorging en mogelijke vrijlating van vleermuizen.
Ook doen of hebben zij allen zeer veel veldwerk op het gebied van vleermuizen en andere zoogdieren gedaan. Zij hebben hierdoor veel kennis op het gebied van de natuurlijke levenswijze van vleermuizen.
Mochten er vraagstukken wat betreft verzorging en behandeling zijn, dan wordt er tussen de beheerders en gemachtigden overlegd wat en hoe het beste is voor het welzijn en revalidatie van de vleermuizen.
Beheerders en gemachtigden zijn op de hoogte en werken volgens de protocollen en eisen van de ontheffing en dit activiteitenplan. Bij onregelmatigheden treden de beheerders op en oordelen over de voortzetting van de machtigingen.
6. Korte termijn effecten:
De vleermuizen die in de opvang komen, krijgen een mogelijke kans om via verzorging en behandeling en voldoende juist voedsel en vocht, weer in de vrije natuur te worden uitgezet.
Het individu is hiermee gered.
Een andere korte termijn effect is dat mensen die een zieke of gewonde vleermuis vinden deze ergens bij deskundigen kunnen afleveren.
Zou er mogelijk een besmetting van rabiës worden geconstateerd, dan wordt dit op deze manier tijdig ontdekt. Er kan adequaat worden gehandeld door snel contact op te nemen met de vinder en de mogelijke noodzakelijke behandelingen bespreken en begeleiden.
Ook het ontzenuwen van onware verhalen over deze diersoort en het uitleg geven over vleermuizen en de natuur die daarbij hoort, kan al snel tot begrip en fascinatie leiden.
7. Lange termijn effecten:
Het omzetten van angst naar gedogen, begrip en trots zijn op, is vooral via huisbezoeken of telefonisch te behalen bij bijvoorbeeld een kraamkolonie die zich in de spouwmuur bevind.
Van gedachteverandering door aandacht hebben voor het probleem, educatie en mogelijke aanpassingen om overlast te verkleinen/weg te nemen, kunnen de vleermuizen die bij zo’n kraamkolonie behoren jarenlang profijt van hebben. De mensen die in een huis met een kraamkolonie wonen, vinden, nadat alle spookverhalen uit de wereld zijn, het doorgaans een heel apart bijzondere situatie en de belangstelling voor de natuur is vergroot. Meestal worden tuinen verbeterd opdat de vleermuizen het nog beter naar hun zin hebben.
Bij meldingen van overlast door vleermuizen, is het dan ook gewenst dat een deskundige naar de locatie toe gaat en alles in het werk stelt om de overlast te beperking, maar wel zo dat de vleermuizen op deze locatie kunnen blijven. Deze deskundigen kunnen de dierverzorgers van de Vleermuizenopvang NH zijn, maar ook deskundigen vanuit de Noord-Hollandse Zoogdierstudiegroep (NOZOS) of de Vleermuizenwerkgroep Nederland (VLEN).